Monday, November 29, 2010

Nieuw Zeeland – overige bezienswaardigheden

Ik kan het niet nalaten om ook wat overige bezienswaardigheden te noemen. Dit is op basis van wat ik gezien en gehoord heb van mensen die ik hier gesproken heb. Nieuw Zeeland is een land wat heel erg gericht is op outdoor sport en adventurous activiteiten.

Zo kun je hier een excursie boeken op een jetboat, iets wat lijkt op een grote speedboat en dan word je met een rotgang rondgevaren op de rivieren hier, door de meest smalle kreekjes en stroomversnellingen die er zijn. Verder is er de mogelijkheid tot heliskien. Je wordt dan met een heli ergens gedropt en mag vervolgens zelf naar beneden skien. Daarnaast wordt er hier veel aan paragliden gedaan.

De Zuidelijke Alpen zijn misschien niet zo indrukwekkend als de Franse Alpen, maar als natuurgebied is het waanzinnig mooi en zeker een bezoekje waard. In de Alpen ligt de Milford Sound trail. Een 9-daagse hiking trail waarbij je van hut naar hut trekt. De omgeving en natuur schijnen wonderschoon te zijn met heel veel bezienswaardigheden.

Verder naar het Noorden is er de Fransz Josef gletsjer. Daar heb je de mogelijkheid om door gletsjer tunnels te lopen. Verder schijnt de weg van Christchurch (na Auckland de grootste stad in Nieuw Zeeland) naar Queenstown erg mooi te zijn. Een rit van ongeveer 6 uur en erg mooi.

Verder zijn er nog wintersportmogelijkheden in andere gebieden iets verder buiten Queenstown. Gebieden als Cardrona en Wanaka zijn misschien iets verder van Queenstown af, maar zeker de moeite waard om eens te proberen als je de mogelijkheid hebt.

Verder kun je aan de Oostkant van het Zuideiland op verschillende plaatsen boottochten maken om walvissen te gaan bekijken. Ik heb begrepen dat ik dit ook in Australie kan doen op 1 van de plaasten die op mijn lijstje staan om te bezichtigen. Dus ik laat de walvissen even links liggen aangezien het toch redelijk ver buiten Queenstown was en ik hier geen vervoer heb.

Daarnaast heeft Nieuw Zeeland een uitgebreide Maori cultuur. De Maori cultuur heeft vele tradities. De Maori’s hebben hun eigen taal en een wat donkerdere huidskleur dan de gemiddelde Nieuw Zeelander. Het brengt de invloeden van Polynesie in het land. Bekendere eilanden in Polynesie zijn waarschijnlijk Fiji, Samoa en Tonga. Niet de allergrootste landen, maar toch erg succesvol in rugby (en dat met name Seven’s Rugby, wat ik in HK gezien had). Rugby is namelijk nog steeds volkssport nummer 1 in deze regio.

Dit is slechts een kleine greep en er is veel meer te zien en te doen hier in dit land en ik kan iedereen aanraden er heen te gaan. Het is het vliegen zeker waard. Levensonderhoud is namelijk niet heel duur hier.











Enkele foto's van Albert Park in Auckland

Tuesday, November 23, 2010

Snowboarden in Queenstown

Ik had mezelf voorgenomen dat ik heel erg graag wilde snowboarden in Nieuw Zeeland. Er zijn niet heel veel landen in Azie waar je wintersportmogelijkheden hebt. Landen die deze mogelijkheden bieden zijn Zuid-Korea, Japan, Nieuw Zeeland en in mindere mate blijkbaar ook Australie.

Aangezien ik in Nieuw Zeeland zou zijn en het daar nu winter is, moest het er maar van komen. Het eerste probleem wat ik moest overwinnen was dat er in mijn kledingkoffer niks zat wat geschikt is voor deze temperaturen, laat staan snowboarden. Dus met hulp van de hotel staff het centrum in op zoek naar de benodigde spullen. Dat betekent het huren van: een snowboard, boots, skibroek, skijas, skibril en handschoenen. Een ijsmuts heb ik zelf maar even gekocht. Die neemt namelijk niet zoveel plaats in in de koffer. Het huren van de spullen ging eigenlijk vrij eenvoudig en ik was klaar voor ik er erg in had.

De volgende dag zou ik dan gaan snowboarden. Rondom Queenstown heb je 2 skigebieden: Coronet Peak en The Remarkables. The Remarkables heeft veel freestyle faciliteiten en Coronet Peak niet. Ik besloot dus, aangezien ik toch zeker twee jaar niet geboard had, voor de veilige optie te gaan en naar Coronet Peak te gaan. Alles is eigenlijk redelijk goed georganiseerd hier.

Je kunt dagpassen en bustickets kopen. Shuttlebussen brengen je dan iedere 15 minuten naar de skigebieden. Omgerekend kost een retourtje iets minder dan 6 Euro. Coronet Peak is vergeleken met skigebieden in Frankrijk, Oostenrijk en Zwitserland erg klein. Het gebied heeft 5 liften en een kleine 20 pistes.



Coronet Peak



Coronet Base Station



Een kaart van het skigebied

Er was niet heel veel verse sneeuw, dus de condities waren enigzins ijzig. Niet echt geweldig om opnieuw te beginnen, maar het weer was geweldig. Dus dat mocht de pret niet drukken. Na een paar runs kwam het gevoel langzaam terug en aan het eind van de middag ging ik al weer redelijk soepel naar beneden. Niet dat het technisch allemaal briljant was, maar zeker goed genoeg naar mijn zin.





Enkele foto's van het skigebied

Na de eerste dag merkte ik eigenlijk pas hoe ik dit gemist had. Lekker buiten zijn, op de piste, genieten van de natuur en het uitzicht en 1 zijn met je board en de sneeuw, je eigen pad kiezen en afentoe je grenzen opzoeken.







Meer foto's van het skigebied

De tweede dag was een stuk minder. Veel mist en daardoor weinig zicht. De avond ervoor wat te lang in de bar gehangen. Als je dan je eerste paar bochtjes maakt en dat niet echt wil lukken, weet je eigenlijk al genoeg. Helaas klaarde het weer niet echt op. Nog een paar runs geprobeerd, maar ik kon de piste niet “lezen”. Je kon dus door het slechte zicht niet zien waar je hobbels liggen waar je rekening mee moet houden. Dus het op tijd voor gezien houden, terug naar Queenstown en daar een filmpje gepakt.

De derde dag was weer uitstekend. Helder weer, goede pistes. Het was heerlijk om weer buiten te zijn. Enkele lekkere runs gedaan, tot het rond half 4 weer mistig werd. De laatste lifts gaan om 4 uur omhoog en als je niet te veel oponthoud hebt, kun je binnen een kleine 10 minuten makkelijke een afdaling doen. Dus maar naar beneden geboard. Ging niet echt soepel en het daarna maar voor gezien gehouden. Bus terug naar Queenstown en de spullen ingeleverd. Het was immers tijd om weer te gaan pakken. Er staat namelijk een vlucht naar Auckland op het programma om mijn spullen, die ik daar achter gelaten had, op te halen. De dag erop zou ik immers doorvliegen naar Melbourne om aan het Australie deel van mijn trip te gaan beginnen.

Monday, November 15, 2010

I did it!!

Bungiejumpen is blijkbaar onstaan in Nieuw Zeeland. AJ Hackett is de grote man hierachter. Onder deze naam kun je 3 jumps doen in Queenstown. Je kunt springen vanaf de Kawarau Bridge. Dit was de eerste bungie in Nieuw Zeeland. Een sprong van 43 meter en je kunt het zo laten uitrekenen dat je kopje onder gaat in het water alvorens je weer naar boven gaat. Met temperaturen van tussen de 2 en 10 graden boven 0, heb ik daar toch maar voor bedankt. Dat terwijl ik altijd geroepen heb dat als ik het zou doen, ik een sprong van 100 meter wilde maken en met mijn hoofd in het water terecht zou willen komen.

Daarnaast is er de hoogste sprong van Queenstown. Je springt op een hoogte van 400 meter boven Queenstown en hebt een sprong van 47 meter (The Ledge). Tot slot heb je de Nevis. Dit is de hoogste bungie in Nieuw Zeeland met een sprong van 134 meter en een vrije val van 8.5 seconde.

Nu heb ik altijd geroepen dat bungiejumpers in principe suicidaal zijn. Je springt namelijk van een hoogte waarvan je, als het fout gaat, zeker weet dat je dood bent. Je vertrouwt er dus op dat het elastiek en de medewerkers hun werk goed doen.

Maar goed nu ik toch in Nieuw Zeeland ben, moest het er maar van komen en dan meteen maar goed ook. Dus meteen de sprong van 134 meter genomen. Onderweg werd ik toch een klein beetje zenuwachtig, maar goed hoort erbij en het wisselde af met momenten van extreme kalmte.



De shop in Queenstown waar ik geboekt heb



Bewijs van inschrijving

Echter de bak waar je uit springt hangt tussen kabels boven een ravijn. Dat viel op zich nog best mee. Ik kreeg wel een beetje klamme handjes toen ik in de gondel over het ravijn naar het bakje moest, maar goed part of the deal.



De kabelbaan naar het station





Het station



De diepte waar je in springt

Je wordt vooraf ook een beetje bespeeld door die medewerkers. Er is geen refund policy. Dus als je niet springt, is het een duur busritje. Als je eenmaal zit, krijg je nog wat uitleg over hoe en wat je moet doen na je sprong. Je wordt namelijk zowel aan een harnas als aan je benen vastgebonden. Zodra je dan min of meer uitgeveerd bent, moet je een koordje los trekken. Dit trekt een pinnetje uit gesp waar je mee aan je benen vastgebonden bent. Hierdoor kantel je dus waardoor je niet meer aan je benen, maar aan je harnas hangt.

In het bakje had ik er op zich niet zoveel moeite mee met de hoogte. Ik zag er wel een om me heen echt bang worden. Dan komt het moment waarop je ingegespt en aangehaakt wordt. Hoe ik uiteindelijk naar het springpunt toeloop ziet er wat schlemielig uit, maar het is ook niet makkelijk als beide enkels vastgebonden zijn en dat elastiek weegt ook niet niks.

Het moeilijkste moment vond ik zelf, om toen ik op het randje stond er ook daadwerkelijk af te springen. Dan is het toch best diep, maar goed geen refund policy. Dus god zegene de greep, vrouwen en kinderen eerst en toch gesprongen. Ze duwen je namelijk niet.

Als je eenmaal gaat, stelt het niet zoveel meer voor. Zeker als je de eerste versnelling gehad hebt, ga je daarna gewoon naar beneden en is het over voor je er erg in hebt.

Helaas kreeg ik het pinnetje niet los dus bleef ik ondersteboven hangen toen ze me omhoog hijsten terug het bakje in. Dat was niet erg fijn, maar ook dat hoort erbij

Alles is in ieder geval op foto en DVD vastgelegd voor het nageslacht.

http://www.ididit.co.nz/

http://www.ididit.co.nz/ididit/profile/4134?action=viewvideo&id=57197
Mijn sprong

Monday, November 8, 2010

Queenstown

Woensdagochtend stond om 06.00 de taxi voor de deur om mij naar het vliegveld te brengen. De terminal voor interne vluchten in Nieuw Zeeland gaat er namelijk iets anders aan toe dan de internationale terminal.

Je wordt naar een computerscherm gedirigeerd. Daar dien je je boekingscode in te geven. Vervolgens word je gevraagd om een aantal gegevens te bevesigen. Daarna worden je kofferlabels en je boarding pass geprint. Je kofferlabels dien je zelf aan je koffer vast te maken en vervolgens dien je hem zelf te droppen op de band. Eigenlijk een heel eenvoudig systeem en het werkte best goed.

Het voordeel van een interne vlucht is dat het heel veel tijd bespaart. Geen paspoortcontrole, heb mijn paspoort nergens hoeven laten zien. Alleen een security check. Dus ik stond in no-time bij de gate. De vlucht zelf was een uur en 50 minuten. Volgens mij vergelijkbaar met van Amsterdam naar Barcelona.

Het laatste deel van de vlucht is adembenemend mooi. Zeker op een heldere dag. Je komt over de Zuidelijke Alpen aanvliegen. Vervolgens daal je tot bijna tussen de bergen om vervolgens om een bergkam heen te draaien en het laatste stukje over het meer aan te vliegen op de luchthaven.

De luchthaven van Queenstown is echt een mini luchthaven. Geen slurven. Alles gaat nog gewoon met de ouderwetse trap. Daarna is het de hal in en de bocht om en je staat bij de bagageband.





De luchthaven van Queenstown

Ik had een alleraardigste taxichauffeur die het leuk vond om honderduit over Queenstown te vertellen. Mensen zijn toch sowieso erg vriendelijk hier. Overal heel beleefd goededag zeggen, vragen hoe het met je gaat. Het doet misschien wat Amerikaans aan, maar is wel een afwisseling na Azie wat vergeleken met Nieuw Zeeland erg introvert en relatief stoicijns is. Ik heb het namelijk nog nooit meegemaakt in Singapore dat een wildvreemde Aziaat mij op straat groette en hier toch al verschillende keren.

Toen ik wat vragen stelde over Queenstown viel ik bijna van mijn stoel af. Ik dacht dat Queenstown een stad was van redelijk formaat. Echter Queenstown is een ski-oord, maar heef niet meer dan 20.000 permanente bewoners. Toen ik dat hoorde viel ik dus echt bijna van mijn stoel af. Heel veel mensen die de kaart van Nieuw Zeeland kennen, zullen of Queenstown gezien hebben of er ooit van gehoord hebben.

In Nederland zou dat ondoenlijk zijn om alle steden/plaatsen van 20.000 of meer inwoners op de kaart te zetten. Tenminste dat is mijn inschatting.

De vriend waar ik verbleef had voor mij een kamer geboekt in een hotel wat door zijn broer gerund wordt hier. Dat scheen nog niet mee te vallen aangezien het hier nu erg druk is vanwege schoolvakanties. Echter blijkbaar waren bepaalde mensen ingeseind, want toen mij naam viel, schoot er gelijk iemand mij aan of ik de baas van het hotel niet even wilde spreken. Die kwam dan ook meteen. Hij introduceerde me meteen aan een aantal mensen die me zouden helpen met de dingen die ik graag wilde doen (bungiejumpen en snowboarden/materiaal huren). Ik kreeg ook meteen de mededeling dat ik geupgrade was naar een grotere kamer.





Rondom het hotel

Soms is het handig als je vrienden hebt, zeker als ze je willen helpen. Daarna een rondje gelopen door het dorpje. Met 20.000 inwoners weiger ik vanaf nu om van een stad te spreken ;-). De bungie geboekt en wat foto’s gemaakt. Na het boeken van de bungie het materiaal gehuurd voor het snowboarden, heerlijk gegeten en daarna nog wat notities gemaakt voor mijn blog.









Het meer in Queenstown















Het straatbeeld in Queenstown

Monday, November 1, 2010

Waitakere Ranges en National Park

Dinsdag had ik een tweede dag om er zelf op uit te trekken. Alleen had ik deze keer wat minder tijd dan maandag aangezien ik beloofd had, en dat zelf ook graag wilde, om mee te gaan hashen. Dus ik moest ongeveer rond 17.00 terug zijn.

In eerste instantie wilde ik graag naar de Coromandel Peninsula gaan (schiereiland ten oosten van Auckland), maar dat zou ik zo goed als zeker qua tijd niet redden. Dus besloten om naar de Waitakere Ranges en National Parks te gaan. Deze liggen net ten westen van Auckland en daar liggen een aantal erg mooie stranden met een enorm mooi uizicht. Mijn vriend beweerde ook dat hier enkele mooie watervallen zouden liggen.

Het was in kilometers niet zo ver rijden en het eerste stuk was bekend, want dat was richting de wineries waar we op zondag geweest waren. Vervolgens van de grote weg af en door op kleinere wegen naar de standen.

Als eerste heb ik Muriwai Beach bezocht. Nu hebben Kiwi’s (dat is de bijnaam voor Nieuw Zeelanders en daar zijn ze trots op) de gewoonte om een weg niet in een rechte weg aan te leggen, maar kronkelend en lussend over en door al het landschap wat ze tegenkomen. Voor de grap zou ik willen zeggen, het lijken wel Belgen. Echter over het aanleggen van wegen kan ik niks zeggen, want de Nederlandse overheid is volgens mij 20 jaar aan het vergaderen over het al dan niet doortrekken van de A4. Dus die opmerking neen ik terug.







Muriwai beach

Echter de wegen die ze aanleggen zijn wel zo aangelegd dat je ontzettend kunt genieten van de mooie natuur. Ook al is het dan in afstand eens zover en in tijd waarschijnlijk twee maal zover aangezien het door die smalle bergwegen nog verder vertraagd.









Uitzicht onder weg

Van Muriwai Beach door naar Bethells Beach. Wederom het uitzicht, zowel op het strand als de weg erheen was heel erg mooi en heb ontzettend genoten van de rit er heen. Als laatste door naar Piha. Ook dit was weer genieten. Hier had je onderweg iets meer uitzichtpunten. Dus kon je iets beter foto’s maken.








Bethells Beach













Piha

Ik wilde nog naar het zuidelijke puntje rijden. Ik nu de 3 belangrijkste locates van Noord naar Zuid gezien namelijk. Helaas had de auto niet zoveel benzene meer en op al die landwegen, kom je helaas niet veel benzinestations tegen.

Dus het zuidelijke puntje van de ranges, maar besloten te laten voor wat het was. Gelukkig vond ik tijdig een benzinestation en kon ik daarna op mijn gemak en in alle rust terug rijden om te gaan voorbereiden op de hash en mijn reis naar Queenstown.